Op 26 mei zijn de achttien Reuzegommers die verantwoordelijk waren voor de marteling en dood van Sanda Dia, veroordeeld tot werkstraffen van 200 tot 300 euro en boetes tot 400 euro. Ze zijn schuldig bevonden aan het uitvoeren van onterende behandeling, onopzettelijke doding en inbreuken op de dierenwelzijnswet. Zaken die in geen verhouding lijken te staan met de straffen. Zeker wanneer je in ogenschouw neemt dat de achttien jongens zonen zijn van advocaten, rechters, artsen en notarissen en de 400 euro per persoon waarschijnlijk niet erg voelbaar zal zijn. De zaak leidt al sinds de gebeurtenis zelf in 2020 tot grote debatten en velen hebben zich fel uitgesproken tegen de lage straffen die zijn uitgedeeld
Onopzettelijke doding: de schuldvraag
Maar zoals wel vaker het geval is, wordt de schuld ook hier weer op andere plekken gezocht dan alleen bij de daders. Zelfs wanneer er bewijs is voor het letterlijk dood martelen van een individu, door het toedienen van liters alcohol, visolie en uren doorbrengen in een ijsbad in December, wijst de beschuldigende vinger naar degene die eraan is gestorven. In dit geval naar Sanda zelf, vanwege zijn beslissing om bij de vereniging lid te worden. Ook wordt beschuldigend gewezen naar de twee andere aspirant-leden, feuten of schachten of hoe je het ook wilt noemen, die bij dezelfde ontgroening urenlang aan het infuus moesten. Zij hebben het overleefd. Naar verluidt is Sanda harder aangepakt tijdens de ontgroening dan de andere studenten. Zij lijken zich te hebben aangesloten bij de stilte die de achttien jongens omringt: degene die de visolie heeft toegediend, wat uiteindelijk door het hoge zoutgehalte tot nierfalen en Sanda’s dood heeft geleid, wordt beschermd door het zwijgen van de massa.
Het moet buiten kijf staan dat de schuld bij de schuldigen ligt, niet bij het slachtoffer. Wat deze zaak wederom laat zien, is dat er een systeem bestaat waarin zulke vreselijke dingen kunnen gebeuren en dat de consequenties minimaal zijn. Wat de individuele impact op de achttien jongens is weet ik niet, maar in het grote geheel wordt dezelfde boodschap als altijd neergezet: foutje, oeps. Er wordt maatschappelijk aandacht aan besteed, maar eigenlijk verandert er niets.
Waarom willen we erbij horen?
Telkens wanneer er incidenten gebeuren bij studentenverenigingen en ontgroeningen, en die gebeuren zo vaak dat je eigenlijk van incidenten niet meer kan spreken, luidt er in het nationaal debat een sterk credo: dan moet je daar ook niet bij gaan. Dat is victim blaming, en het slaat nergens op. Iedereen moet gewoon lid kunnen worden bij een club die bedoeld is om vrienden te maken en leuke dingen te doen zonder lastig gevallen, vernederd, gemarteld of zelfs gedood te worden. De wens om bij een vereniging te gaan is ook helemaal niet gek en heel menselijk: we hebben allemaal een wens om ergens bij te horen. Volgens de self-determination theory of SDT zijn er drie factoren die het meest invloed hebben op ons algemeen welzijn: ons gevoel van autonomie, competentie en verbondenheid. Die laatste gaat dus over onze behoefte om erbij te horen. Dat kan er voor iedereen anders uitzien. De een wordt voorzien in deze behoefte door tijd met diens familie door te brengen, en de andere door lid te worden van een besloten club.
Dat de mensen die graag bij verenigingen gaan ook de ontgroening doorstaan, zelfs achteraf de ontgroening goedpraten en stellen dat het allemaal niet zo erg was, is ook te verklaren vanuit de sociale wetenschap. In 1957 werd hier al onderzoek naar gedaan bij de Universiteit van Stanford. Hieruit bleek dat het zware afzien leidt tot een hechtere groepsband. Het onderzoek liet zien dat aspirant-leden die door een ontgroeningsritueel waren gegaan, hun vereniging beter waardeerden dan studenten die lid waren bij een vereniging zonder ritueel. Na het ritueel treedt ook een stuk cognitieve dissonantiereductie op: het proces waarbij we iets voor onszelf goed gaan praten wat we eigenlijk in ons hoofd niet kunnen rijmen. Door jezelf en de wereld wijs te maken dat de vereniging echt heel bijzonder is, kun je het beter aan jezelf verkopen wanneer je je echt heel slecht voelt of hebt gevoeld. Het móet dan wel de moeite waard zijn, anders zul je aan jezelf moeten toegeven dat je ‘voor niks’ vervelende dingen hebt moeten doen, en dit haalt ons gevoel van autonomie weer naar beneden. De suffering leads to liking-theorie van sociaalpsycholoog Hein Lodewijkx voegt daar nog aan toe dat aspirant-leden elkaar ondersteunen tijdens de ontgroening en daardoor naar elkaar toe groeien. Bovendien worden ze in dezelfde kleren gestoken en krijgen ze nieuwe namen, klassieke acties om het individu-gevoel weg te nemen en het groepsgevoel, het samen één zijn, te vergroten.
Grensoverschrijdend gedrag
Aan aspirant-leden wordt beloofd dat zij alleen de zware ontgroening hoeven te doorstaan en dat ze dan voluit kunnen genieten van het verenigingsleven, niemand zal hen meer een strobreed in de weg liggen. Maar vaak stopt het daar niet. Dezelfde processen die de ontgroening goed praten, laten een cultuur toe waarin grenzen al vervaagd zijn en waarin nooit duidelijk is geweest wat normaal is en wat ontoelaatbaar. Ook is de machtsstructuur die bestond tijdens de ontgroening niet opeens verdwenen. Eerstejaars staan nog steeds onderaan de ladder en krijgen het hard te verduren. Leden zijn bang voor uitsluiting, ze zijn eindelijk binnen en als ze er nu iets van zeggen is de ontgroening al helemaal voor niks geweest. Bovendien blijft de cognitieve dissonantie reductie aan het werk: de vereniging moet het waard zijn, dus nare ervaringen worden sneller aan omstandigheden toegeschreven.
Uit het bewijsmateriaal dat de politie heeft teruggevonden en heeft verzameld, bleek onder andere dat de studenten van Reuzegom Sanda al vaker met racistische uitlatingen hadden toegesproken. Ook hebben ze aan ‘Hitler, onze goede Duitse vriend’ gerefereerd, Ku Klux gewaden gedragen en racistische leuzen over de koloniale geschiedenis van België met de Democratische Republiek van Congo gezongen. Deze zaken staan niet los van de dood van Sanda Dia. Het is een misvatting dat dit gedrag ‘ slechts grappen’ waren en dat de dood van Sanda ‘gewoon’ een ongeluk was. In een cultuur waarin dergelijke uitingen kunnen worden gedaan zonder dat hiertegen wordt opgetreden, wordt de grens steeds verder verlegd. Het n-woord gebruiken activeert allerlei negatieve associaties in je brein, waardoor je iemand anders vanzelf een stukje meer dehumaniseert. Niemand zegt dat deze jongens Sanda opzettelijk hebben vermoord, maar het feit dat het slachtoffer een zwarte jongen is en de daders welgestelde, witte jongens, is ook iets dat niet genegeerd kan worden in het licht van de lage straffen die zijn uitgedeeld.
Wat dan nu?
De hele gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een eeuwenoud systeem en de uitkomst heeft deze ook weer bevestigd. Reuzegom is dan wel opgeheven, maar er bestaan nog steeds tal van studentenverenigingen waar de rijke, witte, jonge mannen de boventoon voeren en het beleid bepalen. Wanneer de consequenties van hun daden zo gruwelijk zijn dat ze zich er zelf niet meer uit kunnen brallen, doet hun bevoorrechte positie in de maatschappij dat wel. Het bewijs werd gewist, de daders verstoppen zich en ondertussen zal een familie hun zoon nooit meer zien.
Om een dergelijk systeem te veranderen is ontzettend veel tijd, geduld en een continue kritische blik nodig. De put mag niet pas gedempt worden als het kalf verdronken is. Een groot deel van de verantwoordelijkheid om onrecht tegen te gaan ligt bij overheidsinstanties, wet- en regelgeving en zij die dit handhaven. Zij hebben een rol te spelen en dat moeten we niet vergeten.
Maar een individu kan ook invloed uitoefenen, namelijk in alle situaties die hieraan vooraf zijn gegaan. Door als omstander actief in te grijpen bij onrecht, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag, bouwen we gezamenlijk een norm die dergelijk gedrag niet tolereert. Door ons uit te spreken wanneer we iets zien gebeuren en aangeven bij een slachtoffer dat het niet hun schuld is, hebben we allemaal een klein beetje macht om de wereld te veranderen in een waarin Sanda Dia geleefd zou hebben.